
De opluchting, de hoop en het vertrouwen dat het gesprek met mijn gynaecoloog oncoloog me had opgeleverd, maakte al snel plaats voor ruis. Ruis in mijn hoofd.
Weg was dat fijne gevoel! De puzzel was voor mijn gevoel compleet. En toch voelt het niet zo…
Ik voel me anders. Kan mijn vinger er niet op leggen wat het is. Vind het lastig om uit te leggen aan de mensen om me heen. Het gesprek met mijn gynaecoloog oncoloog was positiever dan ik had verwacht. Mijn overlevingskans zelfs groter dan ik dacht. Dus eigenlijk moet ik juist blij zijn. Toch? Waarom ben ik dat dan niet? Ik snap er niks van. Wat is er gebeurd? Waar is mijn vrolijkheid elke dag? Mijn levenslust en zin om vanalles te ondernemen? Ongeacht alle ellende van afgelopen tijd is dit er, op enkele dagen na, steeds geweest. Ik herken mezelf even niet meer.
De dag na het gesprek valt er een afsprakenbrief van het Catharina op de mat. Ze hebben een afspraak ingepland met de medisch psycholoog, voor morgen al! Wauw wat snel geregeld! Stiekem ben ik heel blij want ik vind het maar eng. Deze kant van mezelf die ik niet ken. Vorig jaar na de eerste diagnose heb ik me ook wel een paar dagen zo gevoeld. Alleen niet zo heftig. Wat gebeurd er toch? Het zal de verwerking wel zijn prent ik mezelf in. Het zwaard van Damocles. Hopelijk kan de psycholoog me helpen hier zo snel mogelijk vanaf te komen. Het voelt fijn om dit niet alleen te hoeven doen en iemand te hebben die over mijn schouder meekijkt.
Ondertussen heb ik thuis vanalles te regelen. Ondanks dat ik niet werk heb ik het gewoon druk! Dingen die ik voorheen tussen neus en lippen door even doe duren nu velen malen langer. Het valt me zwaar al die kleine klusjes. Mijn concentratie is een bout, ik kan maar één ding tegelijk en heb tussendoor mijn rust nog hard nodig. Ik voel constant lichamelijke angst sensaties in mijn lijf, ik herken ze inmiddels. Mijn lontje wordt korter en soms barst ik gewoon ineens in huilen uit.
De flashbacks, de beelden van alles wat er is gebeurd. Ze blijven terug komen, meerdere malen per dag. Alleen zie ik het nu van bovenaf allemaal gebeuren. Zo vreemd. Er is zoveel te verwerken en er zit geen logica in. Alles flitst voorbij, tijdens het poetsen, koken en voordat ik in slaap val. Misschien is een psycholoog harder nodig dan ik dacht. Misschien heb ik dit dondersgoed aan voelen komen? Wat “dit” ook mag zijn…
De volgende dag in de auto, op weg naar het ziekenhuis barst ik weer in tranen uit wanneer het liedje van Tarkan op de radio komt. Ja “Simarik” dat vrolijke zomerse nummer. Ik kan er nu ook om lachen maar afgelopen week echt tranen met tuiten hoor. Misschien was het de spanning, de herinneringen aan onze vakanties in Turkije of misschien wel de herinneringen aan mijn jeugd. Ik weet het niet.
Steeds vaker vraag ik me af hoeveel een mens aan zou kunnen, lichamelijk en mentaal? Wanneer houd het op? En hoezo houd het dan op? Wat houd op? Wat voel je dan? Je hebt vaak zo’n beeld van hoe het eruit ziet als iemand iets heftigs verwerkt. Maar klopt dat beeld eigenlijk wel?
In mijn verbeelding sluit je je dan min of meer op/af, schreeuwt, slaat, jankt tot je er letterlijk bij neervalt, in het zogezegde “hoekje”. Pfff als het zo erg maar niet wordt bedenk ik me in de wachtkamer bij de psycholoog. Straks stort ik hier in en dan!? Neeeeee Nicole, stel je niet aan. Jij staat namelijk nog steeds en alles in je leven gaat nog steeds “gewoon” door. Tot een paar dagen geleden was voor mijn gevoel alles nog onder controle zelfs. Nu durf ik dat niet meer zo overtuigend te zeggen.
Ik vertel mijn verhaal van begin tot eind bij de psycholoog zonder maar enige emotie. Ze vraagt zich of wat het met me doet. De woorden dat ik me er k*t bij voel kan ik niet uitspreken zonder emotie. Ze is blij om dat te zien. Ik snap niet waarom ik soms huil om voor mijn gevoel “niks” en het volgende moment geen emotie tevoorschijn kan toveren al zou ik graag willen. Mijn hoofd maakt overuren. We maken een afspraak voor een week later. In dit gesprek mag ik vertellen waar ik op dit moment tegenaan loop, wat mijn klachten precies zijn en wat ik ervaar. Ze hoopt wat meer emoties van me te zien. Ik hoop mee. Aan de hand van dit tweede gesprek kan ze bepalen welke behandelingen mij zouden kunnen gaan helpen.
De dagen gaan voorbij en dit rare onbestemde gevoel blijft. Er volgen steeds meer plotselinge huilbuien om alles en niks. Zaterdagavond sluit ik mezelf een paar uur af en krul ik mezelf op als een cashewnootje op de bank. Ik luister trieste muziek en laat de tranen rollen.
Ik probeer te accepteren dat het even zo is, ook al voelt het niet fijn en wil ik het liefst asap van dit gevoel af!
Maar er is ook wat leuks… Want na al dat online “troost-shoppen” zal er aankomende week elke dag wel een bezorger voor de deur staan met iets leuks. Alsof dat “iets” helpt? Misschien niet maar je moet er tenslotte zelf iets van maken. In leuke kleding voel je je vaak fijner. En aangezien veel van mijn oude kleding niet meer past en/of niet fijn zit door mijn stoma was ik toe aan wat nieuws! Daarom heb ik ondanks dat ik niet van glitters houd maar een zwarte legging gekocht MET glitters (deze is al binnen). En weetje wat? Hij is super hoog, dit is super fijn ivm mijn stoma, dus ik ben helemaal fan! Matcht tevens goed met mijn glitternagels. Dat allemaal terwijl ik niet van glitters houd. Snap jij ‘m nog? Ik ook niet…
Ik vond in ieder geval dat ik wel wat glitters kon gebruiken deze dagen. Wij allemaal toch?
Viva la Vida!
Liefs Nicole
Reactie plaatsen
Reacties